woensdag 27 december 2017

Roeken



Tatjana

Roekoe en roeken
Het is nog vroeg. Ik lig in bed  en luister naar de vogels. Een merel fluit, een vink slaat Als het een poosje stil is, weerklinkt het doordringende gebrom van een van mijn doffers. Natuurlijk Bolle Joop weer. Elke morgen begint hij verliefd te roepen. Het is de vraag of mijn alleenstaande buurvrouw dat leuk vindt. Haar slaapkamer is maar 10 meter van mijn duivenpaleis. En mijn depressieve buurman in het huis links wordt er  vast niet vrolijker van. Ondertussen overdenk ik mijn wekelijkse duivenzonden. Het hok is niet schoongemaakt, de drinkbakken heb ik maar bijgegoten. De duiven zijn op woensdagavond niet bijgevoerd. Ik heb ze geen welterusten gewenst. Dat komt misschien omdat dokter Prik die dag wat kwam inenten. Daardoor was ik van slag.
Op vrijdag wilde mijn zoon de Micra lenen. Hij moest naar Dordrecht.’Dat kan,’ heb ik gezegd,’maar je moet onderweg duiven lossen. Hij kreeg 12 duiven mee. Op 2 na die maar weinig kilometers op de tellers hadden, waren ze nog voor geen meter afgericht. Het waren allemaal late zomerjongen. Hij belde uit Meerkerk met een mini – ooggetuige verslag:’Ze zijn los. Het is 1 uur. Ze vliegen over de snelweg de goeie kant uit. Ze draaien. Nu vliegen ze terug; helemaal de foute richting. Ze duiken,  ze zitten nu heel laag. Ik zie ze niet meer. Ik denk dat je ze kwijt bent en ik blijf hier niet wachten…..wat een stomme beesten.’ Ja mijn zoon is geen duivenman. Pas 2 uur later arriveerden de 2 met  de meeste routine. Heel laat in de middag,  ’s avonds laat, en de 2 dagen daarna kwam de rest. Eentje liet haar snavel helemaal niet meer zien. Degene die ik het laatste gepakt had, de 3 achtjes, een donkere duivin, mooi als Tatjana.  Haar vader, ook een duif met 888 als eindcijfer, was  op zijn 1e of 2e africhting gesneuveld. Hij stamde van de Kelsey van Marinus. Zij was een aantal jaren terug de beste meerdaagse fondduif van Nederland. Een beroemde afstamming, mooie ogen en zachte pluimen, maar wat heb je aan een hok vol Tatjana’s als ze niet willen vliegen en verdwalen. Het probleem is nu dat haar doffer, de Bonte Oosterhof, alleen voor de jongen moet zorgen.
Er  gebeurt veel met  duiven in korte tijd , bedenk ik, terwijl mijn wekker me vertelt dat ‘t nog maar half zes is. Buiten begint een houtduif te roekoeren. Dat doet me denken aan het dialectgrapje dat iemand vorige week verteld heeft. Roekoeën was een werkwoord en je kon dan zeggen:’ Ik roek oe!’  Ik denk dat ‘t ouwe Andries van de Luchtpost is geweest, maar ik ben ook naar Enschede geweest om onze modules en inkorfantennes bij de leverancier van ons elektronisch systeem, onze klokkenkoning zal ik maar zeggen,  op te  halen. Hij vertelde in  ‘t Twents allerlei spannende verhalen over flatduiven die soms onverwacht goeie jongen gaven.
C.U. 
 Kijk voor meer verhalen  en  wetenswaardigheden ook bij
www.apv-de-eendracht.nl

zondag 3 december 2017

Wie gaat met dit mooie duifje naar huis



gespannen kijkt een  liefhebber toe

Eenmaal , andermaal….niemand meer!
Er staat een man in een microfoon te blazen, naast hem houdt een meisje een  rieten kooitje met een duif omhoog. Achter een tafel zit iemand met  een papier vol internetbiedingen voor zich en een mobiele telefoon aan  het oor.  De Microfoonman roept: ‘Verkocht…dan gaat hij naar Frankrijk, of  ‘Veel succes met dat mooie laatje.’
In een met voor 99% met mannen gevuld zaaltje zit ik weer eens met een paar duivenvrienden  bij een  duiven veiling. Er komen ruim 60 late jonge duiven, tegoedbonnen voor eieren die nog gelegd en duivenkroost dat in het komende jaar nog het levenslicht mag aanschouwen onder de hamer. Het is een drukte en spanning van belang. Zelf word ik vaak wat nerveus van  dit gedoe. Meestal neem ik mij voor  deze keer nou eens niks  te  investeren. 
Vooraf hebben  we de te koop gestelde duivenpubers kunnen bezichtigen. Allemaal  krassen, blauwen en een enkele rooie  en bij zoveel  vogels zie je door de veren de duif niet meer.  Twee duivinnetjes heb ik  in de hand  beoordeeld.   
Een verkoopofficial  maakt het  vliegertouwtje waarmee  de duiven- cel  verzegeld is welwillend voor je open. Waarom kies je  voor nadere inspectie juist die twee duiven uit? Nou bij de ene hangt stamboominfo met een interessante grootmoeder en  dat andere duifje met die sproetjes heeft  charisma,  uitstraling , zo’n houding van mij moet je hebben.

Terug in de zaal; zo’n verkoop moet altijd even op stoom komen. De eerste duiven en bonnen gaan aarzelend van de hand. De verkoopleider mag er aan trekken. Maar even later  wordt het tempo opgeschroefd als er  sprake is van  ‘gouden’ duiven en ‘eenmalige en niet te missen kansen.’ De microfoon tettert: ‘Ik heb 70 euro aan bod in het midden, 80  bij het raam en 90 aan de bar, bedragen vliegen over en weer.  Honderd euro! Iemand bij de buiten deur  lijkt zich te mengen in de zenuwenoorlog. 
Tenslotte steekt de maat naast me opeens zijn  wijsvinger op en doet er nog een schepje bovenop. ‘Voor de derde maal, niemand meer, zeker weten, verkocht,  U mag deze zomer naar Roodeschool, gefeliciteerd….daar krijgt   U geen spijt van!
Dan is er pauze met koffie appelsap, cola,, bier en iets te knabbelen, buiten staat een kraam  voor een stevige aantrekkelijke hap. 

Ondertussen pieker ik over  duiven  en bonnen die ik in  afgelopen  jaren en in de vorige eeuw gekocht heb,  wat en waar me dat allemaal gebracht heeft. Met mijn  rode  Nissan micra ben ik naar om maar eens  een paar bestemmingen te noemen   naar Odijk, Apeldoorn, Eemnes, Hilversum, Putten, Laren, Rijssen, Knollendam, Assen, Steenbergen en Zwartemeer gereden, en dan vergeet ik nog een heel kralensnoer van  afgelegen en onvoorspelbare bestemmingen in Nederland. Daar heb ik veel plezier aan gehad ofschoon er van al die aanwinsten is nu nog  weinig  terug te vinden is. Heeft het allemaal misère opgeleverd! Oh nee  mijn Rooie Doppie uit  Putten  heeft op Ruffec  midden in de nacht een teletekst vermelding  genoteerd . 
Ach ja voor ik het vergeet met collega melkers ben ik ook naar café De Fles en  Zaal Romantica in Zundert getrokken. Dat  zijn spannende tijden  geweest en in Zevenaar  schiet  me nu te binnen   werd ik in een stampvol  lokaal voor 300 gulden  de trotse eigenaar van de Rode Van Giels, een duivin die  in de jaren erna  leuke nakomelingen heeft gegeven.  Jammer genoeg ontsnapte ze op een ongelukkige dag.
Als  na mijn gemijmer de verkoop pauze voorbij is en er rondom  weer  bedachtzaam   of doldriest geboden kan worden zijn  mijn favorieten  aan de beurt. De duivin met de  mooie grootmoeder – of vader en  de broer die kop  heeft gedaan op Marseille gaan aan mijn neus voorbij. Een boom van  een melker met een kale kop troeft mij af. Het intelligente duivenvrouwtje met de sproetjes mag na een zenuwslopend biedersgevecht met mij mee naar huis. ©c.u.

maandag 17 april 2017

Bijna botsingen




Met  een van mijn maandagmannen had ik een meningsverschil.  Eigenlijkmet allemaal trouwens. Natuurlijk ging het over duiven. Waar zouden we anders over kissebissen. Ajax  en PSV misschien! Maar ik ben een voetbalanalfabeet dus daarover mag je van mij geen zinnige dingen verwachten. Dat duiven zich  behalve tegen hoogspanningskabel s  en andere draden ook wel eens dood vlogen tegen  auto’s wanneer ze laagvliegend snelwegen kruisten, had ik in de groep gegooid.
 Rinus was het mij oneens. Hij had dat nog nooit gezien of meegemaakt en lachte me royaal uit.
Duiven vlogen langs de autowegen naar huis, dat hadden  geleerde Engelsen  immers  ontdekt! Hoe konden ze dan tegen een auto aanbotsen en ze gingen bij het oversteken als dat nodig was toch simpelweg een beetje hoger vliegen.
‘Volgens mij’ ,  reageerde ik, ‘vliegen die duiven overal tegen op,  ze ontwijken obstakels pas op het laatste moment. En dan maken ze een inschattingsfout. Ze kijken niet uit hun doppen of zijn kippig en moeten een  bril met gratis montuur hebben.’

De anderen bemoeiden zich er nu ook mee. ‘Duiven hebben hele goeie ogen’, riep Willem, ‘roofvogels als stipjes in de lucht, zien ze eerder dan wij.’  ‘Die hebben ze met het blote oog zo in de gaten en wij zien niks’, kuchte Hans.
Waarom houden ze hun kop op zij, wou ik nu weten, dat doen duiven toch altijd, die zitten niet met hun snavel verticaal omhoog  het luchtruim te inspecteren?
‘Omdat ze anders een stijve nek krijgen’, schetterde  Roberto, ‘dat is logisch.’ Dit lokte gelach en een paar niet ter zake doende opmerkingen uit.
‘Nee’, ageerde ik, ‘veel vogels hebben ogen aan de zijkant van hun kop zitten. Als bij jou Roberto je ogen op de plek van je oren terechtgekomen zijn, dan mag je  ‘t hoofd helemaal naar  links of rechts draaien om je vriendin eens goed te kunnen bekijken.’

Gerard nam de proef op de som en  bewoog  zijn kop naar alle kanten. Hij vond ’t best lastig.
Duiven zien heel scherp en goed, begon Willem weer.  Zeker daar had hij gelijk in.  Die zien met dat ene oog meer dan jij met twee. Maar zou het niet zo kunnen zijn, Willem, dat ze voor veraf veel beter zicht hebben dan voor iets dat dichterbij is!

Iedereen begon nu door elkaar heen te roepen. Het werd een soort welles nietes kakafonie. Ik dacht, jongens denk om de buurvrouw, het arme mens schrikt  van al dat gebulder.  ‘Hou je gemak eens’,  riep ik tegen Hans en Gerard. Rinus had allang afgehaakt.
Toen de rust terug was, zei ik: ‘En waarom vliegen mijn duiven als ik ze los laat altijd bijna tegen die hoge elzenbomen aan die daar honderd meter verderop staan.  Ze gaan pas op een meter of zo ervoor opzij. 
‘Oh nou begint hij weer over zijn bomen’, mompelde Rinus.  ‘Dat slaat naar mijn idee helemaal nergens op’, schamperde Willem.  ‘En ze zouden toch zo langzamerhand wel moeten weten dat die bomen daar staan, hebben ze dan geen geheugen, vergeten ze dat telkens of kachelt dat spul met de blik op oneindig gewoon overal tegen aan….’ging ik verder.
‘De volgende keer neem ik een  duivenogenbril of een loep  en een paar duiven mee, sprak Roberto plechtig, dan laat ik je eens in  het oog van een goeie postduif kijken.’ ‘Heb je nog koffie’, vroeg Hans, ‘zal ik de pot even uit de keuken halen!’
©c.u.

maandag 9 januari 2017

Babbelaars




Het was een van de laatste maandagen van het jaar.Buiten vlogen de  drie witte begrafenis-  en bruiloftsduiven van buurman Ed. Om het feit dat er al  veel rafellinten, fonteinen, skyscrapers en ander vuurwerk werd afgestoken, bekommerde hij zich niet. 
Ik had een mandje met 8 jaarlingdoffers  klaar gezet. Op het programma stond een tafelkeuring. Door de tuinpoortdeur kwamen  de maandagmannen in beeld. Zo noemt mijn kleinzoon de vijf duivenmelkers  die elke eerste dag van de week op de koffie komen. Ze liepen eerst naar het mobiele duivenrennetje om mijn jongste aanwinsten op duifgebied, mijn zogeheten  Zwartgoudinteelt,  te bewonderen ‘Ze zien er hartstikke strak  uit ‘, was  het commentaar bij binnenkomst. We gingen  zes man sterk  aan de lange eettafel zitten, dronken koffie.
‘Jullie mogen mijn jonge vliegdoffers beoordelen’, zei ik. Dat vonden ze oké.De duiven gingen van hand tot hand. De maandagkerels bromden, hadden kritiek , stelden afstammingsvragen en gaven  cijfers, daarbij waren ze guller dan docenten of schoolmeesters. Een echte onvoldoende durfden ze kennelijk niet te geven of ze wilden me te vriend houden. De blauwe 563 kreeg van Umberto een 8, het beestje  kon naar zijn mening kilometers maken en had een kop dat ie naar huis wilde,
Bij de 604 zweeg hij en mompelde nauwelijks hoorbaar: een 8-tje dan.Wim vroeg is dit een overnacht, vond hem heel mooi  en  gaf   7+.  Rinaldo bewonderde het oog zo mooi, misschien had die duif wel een ketting in zijn pupil. Johan riep 
‘Neenee een 9, minstens  een 8, hij is helemaal gesloten  en aan de buitenkant kun je niet zien of het een meerdaagse duif is, Wim! En over die  ogenkijker die bij ons in de club is geweest gaan we het niet hebben.’ 
‘Het is jammer dat je je loep niet bij je hebt Umberto’,  interrumpeerde Geert, ‘want die vent was best goed, legde het zo mooi uit met tekeningen en dergelijke.’

Zo ging het. Ze masseerden, kneedden duiven , keken in ogen,spreidden vleugels uit, bromden goedkeurend . De een  oordeelde:’Dit is mijn type niet, valt in de hand tegen, wringertje.’ 
De ander sprak:’Dit is qua uitstraling een meisje.’ 
Een enkeling zei:’Ik vind er geen scheet aan.’ 
Kortom het was gezellig , maar ik schoot er niet zoveel mee op, had soms het idee dat ze een beetje zaten te dollen.
De 580 kreeg van Rinaldo een 10 min voor de zekerheid, de 605 van Umberto een hele 10  De  Drie Drietjes had een duivinnenkop, een grote pupil, was verkeerd geringd,  hoestte en kuchte Wim. Geert wou de herkomst van de 570 en 80 weten. ‘ Uit Donkere Gert x Kleine Harold en van Hugo  en Piter,’aarzelde ik.
Fidessa

Johan meende dat de 574  iets in z’n keel had, hij dacht  dat ook de 605 rochelde toen hij hem vastpakte en vroeg of hij in de bek mocht kijken.  Duiven vinden dat niet leuk, maar ik knikte. Nee de duif was schoon  Johan snapte het niet.
Als achtste  gaf ik  mijn deskundige maandag  koffie- en theedrinkers de 787. een van de inteeltlaatjes uit het rennetje.Die kreeg 8-7-7+ en 8- van de Heren en kon maar beter op de Natoer ingespeeld was hun idee. Had nog heel veel oude pennen
En bij Johan ging ineens een lichtje op want ook het laatje pruttelde. ‘ Hoho, ik weet al waarom al die duiven van jou ornithose  hadden.In mijn jasborstzakje zit een stukje papier.  Als ik een duif tegen me aan hou  ritselt  ’t  wat en lijkt ‘t of al die duiven snotteren!’
De koffiemannen lachten Geert vond  samen keuren.leerzaam, maar Wim somberde dat  het aftasten was, dat je aan de buitenkant niet zag wat er aan de binnenkant zat en dat de mand en de tijd het zouden leren en wat je voelde wist je niet altijd.
Umberto lachte dat je dan net zo goed in het donker of geblinddoekt kon gaan keuren. 
Rinaldo riep ‘dat moet je niet zeggen’ en stak  vermanend  de vinger op. 
Dit liep uit de hand. Ik pakte iets uit de kast en bood de mannen  Zeeuwse Roomboter Babbelaars of  Boterballen aan. Die had ik van buurman Ed omdat ik zijn witte duiven had verzorgd toen hij een lang weekend in Veere zat. Op slag was het stil, zat iedereen te smikkelen. In het Gronings heten die dingen Kekaigies. Je kunt  ze ook in de koffie doen in plaats van suiker.  Zal ik nog eens inschenken, mannen!. Nee, ieder had genoeg,  het was al half een en ik moest beter niet zo de wijsneus uithangen vond Johan. Even later gingen ze, stonden weer even stil bij mij verrijdbare volière en bliezen de aftocht terwijl  Eds speciale gelegenheids -witjes boven de tuinen en huizen aan het stuntvliegen waren.
©c.u.